Je leest hier iedere ochtend de krant en houdt je doof voor de verhalen die zich naast je ontvouwen. De nieuwsberichten spreken van onrustbarende internationale ontwikkelingen. De wereld lijkt geleid te worden door mensen die de zorg voor hun ego belangrijker vinden dan het in stand houden van een wereldorde waarin veiligheid voorop staat. Je bent je er pijnlijk van bewust dat het lezen van het nieuws geen daad is.
Naast je worden de stemmen harder. De mannen uit het dorp bespreken de weersomstandigheden en de te verwachten resultaten van de oogst. Tussendoor benoemen ze razendsnel het naderende faillissement van een dorpsgenoot, het periodieke vreemdgaan van de koster en de prijzen van de plaatselijke super, die fors omhooggaan nu het toeristenseizoen nadert. Het is allemaal schandelijk in de ogen van de mannen die wel een plek op het terras innemen maar geen koffie bestellen. Met andere ogen bekeken zouden zij de redactie van de dorpskrant kunnen vormen. Dit zou de dagelijkse vergadering zijn. Behalve dat niemand iets opschrijft. Het gesproken woord prevaleert en verwaait vervolgens. Orale overlevering, een levende krant. Je vraagt je af waar de koffie blijft die je hebt besteld.