Zo mooi, iedereen zei dat het je niet zou lukken – nooit zou het je lukken. Je was te laat, je was op de verkeerde plek, je was een loser en een sukkel en het zou je dus nooit lukken. Nou, het is je dus gelukt. Een baan en een kamer, in de binnenstad, bam! Nu klussen, zodat als de jongens die het allemaal zo goed weten straks komen chillen ze hun tanden stukbijten op hun bovenlip. Of andersom. Hoe dan ook, je loopt lichter dan ooit, ook al sjouw je je een ongeluk. Man man man, vanaf nu gaat alles lukken. Want je bent geen loser en ook geen sukkel. Je bent een God in ‘t diepst van je gedachten.