Een jongen met grote haast. Hij is op weg naar iets dat om de hoek ligt. De jongen draagt niets met zich mee – geen schooltas, geen koffertje, geen boodschappen. Een hardloper is hij niet, daarvoor heeft hij niet de juiste kleding aan. De lichaamstaal van de jongen verraadt spanning. Zijn hoofd lijkt voor hem uit te reizen, zijn benen gehoorzamen aan de voorwaartse drang die het hoofd hen oplegt. Voor even is hij vergeten dat hij een lichaam heeft. Zijn gedachten sturen hem. Voort, voort, over de Diepenring in Groningen, op weg naar wat om de hoek ligt. Hij beleeft dit moment alleen en weet niet dat zijn haast is vastgelegd in duizenden zwartwit pixels. Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven.