Het is niet dat ze haast hebben, ze zijn het zo gewend. De pas erin, niet dralen. De architectuur van hun stad maakt geen indruk. Rotterdam is er voor hen, niet andersom. Er valt veel te vertellen. Over vriendinnen van vroeger, met wie ze op het schoolplein samendromden. Sommigen van hen zijn al weg. Het gaat steeds sneller, het leven. Over hun mannen, wat die nu weer hebben gedaan. Of juist niet hebben gedaan. Hoe onverbeterlijk ze zijn, mannen. Dat is nu eenmaal zo. Verder verandert alles. Jonge mensen zijn mysteries voor hen, met hun telefoons, hun straattaal, hun onbegrijpelijke kleding. Met hun manier van kijken. Oud, zeggen hun jonge ogen. Oud en onbelangrijk. Er valt veel te vertellen. Jonge mensen weten dat niet. En hun eigen mannen begrijpen het niet. Die zwijgen luidruchtig als zij willen vertellen. Nee, het is niet dat ze haast hebben. Het is dat ze hopen dat er genoeg tijd is. Genoeg tijd om alles nog een keer te vertellen. Aan elkaar.